Vandaag speelt een onbekend coverbandje oude en nieuwe hits als ‘I will Survive’ van Gloria Gaynor, ‘Paint it Black’ van The Rolling Stones en ‘What’s a woman?’ van Vaya con Dios. Mijn absolute favoriete nummer van nu en ik zing dan ook luidkeels en vol overgave met de band mee ‘he’ll never mislead her again’. De wijsvinger aan de linkerhand van mijn gestrekte, vooruitgestoken arm schudt illustrerend voor
‘never,’ vurig van links naar rechts.
Dorstig van mijn poging om boven het geluid uit te knallen gil ik bij de bar mijn bestelling in het oor van de voorovergebogen kolossale Willem met de bijnaam ‘De Stille Genieter’: ‘Een Safari-Jus voor Sophie,’ wijs ik. ‘Een fluitje bier voor Gonneke en een bessenjenever on the rocks voor mijzelf, alsjeblieft.’
Aan ons vaste bartafeltje in de hoek achterin, tegenover het podium nippen wij geamuseerd van onze drankjes en steek ik een Marlboro Light aan als het rode gordijn openzwaait en een groepje wat oudere jongens, uit het andere dorp in onze driehoek, binnenstapt. Als door de bliksem getroffen staar ik met open mond en wijd gesperde ogen naar de blonde, gekrulde God die zojuist op theatrale wijze, wijdbeens dansend en met zijn sterke armen zwaaiend de kroeg betreedt en in zijn eentje geheel vult. Op de relaxte klanken van ‘Papa Chico’ van Tony Esposito beweegt hij ritmisch zijn linkerbeen en dan zijn rechterbeen naar voren terwijl hij breeduit zijn witte gebit bloot lacht.
‘Soof,’ stamel ik terwijl ik haar met mijn ellenboog in de zij stoot.
‘Dat IS hem.’