Hij kletst honderduit op Whatsapp, heeft een humoristische, vlotte babbel, is lang van stuk en weet heel goed wat hij kan en wil. Dat vind ik aantrekkelijk, tel daarbij op donker haar en blauwe ogen. Ja! Verkocht. We gaan afspreken en ik heb er zin in. Vol goede moed rij ik naar hem toe. Dat dit wel een eindje sturen is neem ik voor lief. In een vlotte jeans met een zwart leren jack kust hij me hartelijk welkom. ‘We gaan er een gezellige avond van maken.’
Oren van mijn kop
Met de trein reizen we naar de Parade, een soort nostalgische Spaanse Kermis met allerlei acts, kleinkunst en rariteitenkabinetten. Op het terrein zijn voor de gelegenheid leuke eet- en drinktentjes neergezet met drukbezochte terrassen. De reis heeft hem dorstig gemaakt en aan de toog bestelt hij twee bier voor zichzelf. Of ik ook wat lust? ‘Ja lekker, doe mij een droog wit wijntje alsjeblieft.’ We zoeken een terrasje op terwijl hij kletst en kletst. Over zijn werk, zijn vervelende ex die nergens wat van begrijpt, over zijn prestaties, collega’s en vrienden. Over zijn reizen, zijn auto’s, zijn huizen en zijn kennis en kunde. Hij kletst de oren van mijn kop.
Wat vind jij van mij?
Naast dat hij ononderbroken vertelt drinkt hij stevig door. Nu spuug ik er zelf ook niet in maar hij tikt de ene kan Sangria na de andere achterover en is niet te stuiten in zijn verhalen. Er is simpelweg geen speld tussen te krijgen en ik luister, en ik luister…. Soms enigszins geanimeerd, dan verbaasd of argwanend. Hij is nogal vol van zichzelf en weinig geïnteresseerd in wat mij beweegt en bezig houdt.
Als hij mij al een vraag stelt dan neemt hij halverwege mijn antwoord het gesprek weer over. Zoiets als ‘Genoeg over mij, nu over jou. Wat vind jij van mij?’
Dubbele tong
We gaan een toneelvoorstelling bezoeken en hij huppelt een beetje jolig achter me aan. In de wachtrij pakt hij een microfoon en raaskalt iets onduidelijks met dubbele tong. Ik voel plaatsvervangende schaamte als ik de meewarige blikken van mijn mede rij-genoten vang. Op de tribune draait hij zich om naar de mensen achter ons en begint druk te vertellen: ‘Dit is onze eerste date.’ Ze kijken mij verbaasd aan, ik haal mijn schouders op en grijns als een boer met kiespijn. De voorstelling is leuk en bijkomend voordeel: hij kan niet kletsen tijdens de show.
Dat moeten we zien
Daarna wil hij nóg meer drinken en nog één voorstelling meepakken. Een enthousiaste propper, die meeslepend vertelt over de unieke voorstelling die in het theatertje van 2 x 2 meter zal worden opgevoerd, vangt zijn aandacht . ‘Dat moeten we echt gaan zien’, roept hij terwijl hij me het hok induwt. Deze show is melancholisch, zwaar en ronduit deprimerend en ik ben blij als het voorbij is.
Kringspier
Als ik aangeef graag naar huis te willen we nemen we de trein terug. Aangeschoten waggelt hij heen en weer over straat in een poging arm in arm met me te lopen. Plots laat hij een knallende scheet! ‘Pardon’, mompelt hij binnensmonds en laat er pardoes nog twee uit zijn rugwangen knallen. Van zoveel onbeschaamdheid moet ik lachen. Wat een ongemakkelijke en gênante vertoning. Iemand die perse zoveel moet drinken wil duidelijk iets niet voelen en de controle loslaten maar ik ga hier nu niet de amateurpsycholoog uithangen. De controle over zijn kringspier is hij in ieder geval kwijt.
Niet verliefd
Speciaal voor mij heeft hij een heerlijke wijn in huis gehaald en lekkernijen voor erbij. ‘Kom je alsjeblieft nog even binnen? vraagt hij. Zijn relaas over zichzelf gaat door en door. Zijn mond zie ik bewegen maar ik hoor niet meer waar het over gaat. Zijn hond die zich aan mijn voeten heeft genesteld kijkt me met één oog aan alsof die wil zeggen: ‘Sorry hoor, ik weet het ook niet.’ Suf gekletst ga ik naar huis.
De volgende dag stuurt hij een bericht. ‘Ik weet niet hoe ik me nu zou moeten voelen maar ik ben niet verliefd.’ Ik weet wel hoe hij zich zou moeten voelen. Beschaamd en een vette kater! Ik bedank hem beleefd voor de avond en wens hem het allerbeste. ‘Het was heel onderhoudend met jou over jou gesproken te hebben.’ Have a nice life.