‘Als er een award zou zijn voor ‘Uitsteller van het Jaar’ dan zou ik absoluut onverslaanbaar zijn,’ klaag ik tegen mijn coach. ‘Maar de bokaal niet winnen omdat ik de inzending van mijn gegevens steeds uitstel.’ Na een (flinke) reeks uitstelmomenten heb ik hem eindelijk ingeschakeld om samen met mij orde op zaken te stellen in mijn overlopende hoofd en leven. ‘Zo kan het niet langer Naat’, sprak ik mezelf vermanend toe en toetste kordaat zijn telefoonnummer in om een afspraak in te plannen.
In mijn ogen zou iedereen jaarlijks een rondje coach of psych moeten doen. Een mentale APK. Om te reflecteren, ventileren en heroriënteren. In coachsessies word je een spiegel voorgehouden. Daarbij krijg je handvatten aangereikt, om van dat hinderende gedrag af te komen en kun je in het volste vertrouwen de meest gruwelijke beledigingen uiten, aan welk adres dan ook. In de geruststellende wetenschap dat dit nooit bij het object van je frustratie terecht komt. Dat gegeven alleen al geeft een enorme stressreductie. Want ja, stress is de nummer één reden waarom uitgestelgedrag überhaupt wordt vertoond. En dit is de grap, door steeds taken uit te stellen krijg je meer stress. De ironie van een vicieuze cirkel.
Een chic woord voor uitstelgedrag is procrastinatie, een samensmelting van de woorden ‘pro’ en ‘crastinus’. ‘Voor’ en ‘tot de volgende dag’ in het Latijn.
Mijn coach hoort me geduldig aan als ik gebarend met mijn handen de redenen aangeef waarom ik denk dat ik aan het uitstellen ben en waarom dat eigenlijk best begrijpelijk is en niet mijn schuld. Af en toe geeft hij me liefdevol een bevestigend knikje of een waarschuwende wenkbrauwoptrekking. Ja, ik kan hem niet bedotten met mijn, al zeg ik zelf, creatieve excuses. Hij kijkt dwars door me heen. ‘Jij, en alleen jij, bent verantwoordelijk.’ Hij glimlacht erbij. Ik doe een niets verhullende eyeroll: ‘Dat weet ik dondersgoed maar heel soms wil ik gewoon even slachtofferen.’ Ik kom er niet mee weg.
‘Waar ben je bang voor?’ Vraagt hij direct. ‘Angst voor beoordeling of falen en de lat voor jezelf hoog leggen zijn belangrijke redenen voor uitstelgedrag. Komt vooral voor bij perfectionisten.’ ‘Dat ben ik niet? Toch?’ Een opgetrokken wenkbrauw zijner zijde zegt genoeg.
‘Vind jij jezelf gemotiveerd?’ Als door een wesp gestoken antwoord ik beledigd dat ik zeker heel erg gemotiveerd ben. Maar dat ik er alleen voor sta en er te veel randshizzle op mijn horizontale prioriteitenlijstje staat die ook moet gebeuren en dat ik daar dan geen zin in heb en dat ik daarom die ergerlijke taken uitstel maar daarom ook niet de taken die ik wel leuk en belangrijk vind uitvoer omdat al mijn energie zit in het uitstellen. Dus… Ik haal even adem.
‘Waarom vraag je geen hulp of besteed je iets uit?’ ‘Dat is een goede ja. Ga ik meteen doen! Niet morgen, net als ik gisteren zou doen,’ beloof ik en loop gemotiveerd en opgelucht de deur uit. Een volgende sessie ga ik niet uitstellen. Sterker nog, de datum is al vastgezet. En mijn hulptroepen? Die zijn meteen bereid de handen uit de mouwen te steken. Als je het maar vraagt en niet uitstelt.